Eén seconde lang zie ik haar, en haar aanblik blijft hangen voor mijn ogen. Ze is een portret, een levend portret achter glas. Links van haar een blauw gordijn, wat gedeeltelijk voor het grote raam hangt. De oude leunstoel is naar het licht gedraaid en zij zit daar met een boek. Ze leest. Ze draagt alleen een eenvoudige beige BH. Er staan schilderspullen in de kamer, er hangen doeken aan de muren. Tenminste, dat denk ik, misschien verzin ik het. Die seconde was zo snel voorbij.
Articles by admin
Zweet
De witte winkel, volgestouwd met stofzuigerzakken, ruikt naar sigaretten. De rook hangt van het plafond. Vanachter een deur achter in de winkel komt een dikke man tevoorschijn met een glimmend hoofd. Zijn donkerblauwe katoenen trui heeft op de schouders een tekening gekregen van opgedroogd zweet. Een zoute trui. Glimlachend doorzoeken zijn dikke vingers een map met paperassen, om te vinden wat ik zoek. En welja.
Geen gordijn
Tegenover me zie ik een vrouw in bed zitten. Ze eet, nootjes, chips. Alles ligt op het dekbed uitgestald en ze bekijkt de nootjes alsof het pillen zijn. Ze kiest ze zorgvuldig. Ze drinkt niet, dus ze eet. Ik kijk recht bij haar naar binnen, door het raam van de afkickkliniek tegenover mijn huis. Blijkbaar houdt ze niet van dichte gordijnen. Dan wappert ze plotseling met een woest gebaar alles van haar bed en knipt het TL-lampje uit. Ik eet nog een stroopwafel, stiekem achter mijn laptop. De gordijnen zijn namelijk open gebleven.
Adieu
Bij thuiskomst zie ik dat iemand iets heeft achtergelaten in ons geveltuintje. Een beeldje van witte klei, het stelt twee ineengestrengelde mensen voor. Het lijkt qua stijl enorm op een beeldje wat ik jaren geleden kreeg en wat op de piano staat. Maar van dit beeldje buiten zijn de benen en armen afgebroken, ze liggen verspreid tussen de rozenstruiken. Ik woon vlak bij een kliniek voor verslavingszorg, misschien dat het daar mee te maken heeft. Emotionele adieus op straat zijn hier heel gewoon. Een paar dagen heb ik het beeldje gewoon gelaten, maar nu ligt het op de keukentafel te drogen, de benen en armen weer verstrengeld. Ik ga het terugzetten in de geveltuin. Men blijft tenslotte niet eeuwig in zo’n kliniek.
Goed gezelschap
Ik zit in een Belgische trein, en we hebben nog een lange rit te gaan. Tegenover mij een Australische vrouw die non-stop koekjes eet. Naast mij een Roma vrouw met een enorme boezem, haar haren net zo ongewassen als die van mijzelf. Ze heeft een kitten bij zich van een paar weken oud, onder de vlooien. Het katje doolt luid mauwend door de coupé. Ik heb een groot verband om mijn hand met daaronder 7 hechtingen (ongelukje, maar het komt goed), en houd daarmee mijn boek vast. In de coupé naast ons wordt al urenlang gezongen door een vrouw in een prachtige jurk. Een mooi stel zijn we, mensen!
Window
In the illuminated room just across the road, I see a woman sitting on a bed. She eats. Nuts, crisps. Everything is spread out on the duvet, and she holds each nut as if it were a pill. She picks and chooses them carefully. She is not drinking, therefore she is eating. The rehab is just across from my house, I can look straight in. Apparently she doesn’t like drawn curtains. And then all of a sudden she wipes everything off the bed in a wild, impatient manner and switches of the small fluorescent bed side lamp. I eat another cookie, hidden behind my laptop. She never drew the curtains.